→ Czasowniki 76-85 → Začnite sa učiť / Stiahnite si MP3 Flashcards

otázka		Odpoveď
brać rozwód začať sa učiť		scheiden, scheidde, scheidden, zij/hebben gescheiden
przeklinać začať sa učiť		schelden, schold, scholden, hebben gescholden
lać/dawać začať sa učiť		schenken / schonk - schonken / hebben geschonken
golić začať sa učiť		scheren, schoor, schoren, hebben geschoren
strzelać začať sa učiť		schieten, schoot, schoten, hebben geschoten
świecić/błyszczeć/wygladać začať sa učiť		schijnen, scheen, schenen, hebben geschenen
pisać začať sa učiť		schrijven, schreef, schreven, hebben geschreven
straszyć začať sa učiť		schrikken / schrok - schrokken / zijn geschrokken
przesuwać/przewijać začať sa učiť		schuiven schoof, schoven, zijn/hebben geschoven
uderzać začať sa učiť		slaan, sloeg, sloegen, hebben geslagen

czasowniki 76-85